Literaire veelzijdigheid in het Jaar van het Konijn

Het dubbele winternummer van het in Zeeland gevestigde literair periodiek Ballustrada wordt zondag 3 december om 18.00 uur gepresenteerd in de Boekenbar in Utrecht. Waarom in Utrecht als het een Zeeuws tijdschrift betreft? Omdat de rubriek ‘Laaglandse Poëzie’ dit keer is gewijd aan Utrechtse dichters en dat maakt deze keus dus heel begrijpelijk.

De drijfjacht die hier voor nodig was voor deze rubriek, stond dit keer onder leiding van vaste medewerker Paul van Leeuwenkamp. Hij ging tot het uiterste om te kunnen vaststellen wat het begrip Utrechtse Dichter inhoudt en schuwde daarbij geen enkele sofistische argumentatie.

Deze uitgave van Ballustrada (jaargang 37, nr.3 en 4) is er aandacht voor het Jaar van het Konijn, door beeldend kunstenaars Ko de Jonge en Hans Bommeljé.  In de rubriek Taal Ver Taal heeft Willem M. Roggeman poëzie van de bekende Portugese dichter Nuno Júdice vertaald. Minor behandelt in zijn column de ware eenvoud die hij aantrof in een vijftal novellen. Jan J.B. Kuipers legt weer de juiste verkeerde verbanden in zijn literair-filosofische schuilhut. Johan Everaers gaat ruim tachtig jaar na dato in de schoenen staan van Saint-Ex voor een voorwoord op verzoek.

Verhalend proza is er van de hand van Reinder Veelinx, Dianne Hoogstrate, Juul Kortekaas en Guido Eekhaut. ‘Losse’ poëtische bijdragen zijn er deze keer van Eric Vandenwyngaerden, Kees Klok, Job Degenaar, Kees Hermis, Rien Vroegindeweij, Tijs van Bragt (met een passende verluchting van Jan Verschoore), Jabik Veenbaas, Will van Broekhoven en Fred Papenhove.

Ballustrada; Paperback, fullcolour, 106 pag.ISSN 0921-0148

Plaats een reactie